Eindbeeld van een boom na de snoei (uitlichten en kroonreductie) van een beuk in een parktuin.

Snoei­en beuk. Gids met het hoe en waarom

Een beu­ken­boom of beuk snoei­en: com­ple­te gids voor een cor­rec­te snoei

 

De beuk (Fagus syl­va­ti­ca) of beu­ken­boom is een majes­tu­eu­ze loof­boom die bekend staat om zijn sta­ti­ge uit­stra­ling en dich­te bla­der­dak. En mooi opgaan­de kroon­ar­chi­tec­tuur, met op later leef­tijd ook mooi afhan­gen­de tak­ken onder­aan de kruin.

Hoe­wel beu­ken rela­tief wei­nig snoei nodig heb­ben, is het essen­ti­eel om ze af en toe te ver­zor­gen om hun gezon­de groei te bevor­de­ren en de vei­lig­heid ervan te waarborgen.

En ook bij over­han­gen­de tak­ken of top­zwa­re tak­ken, is het belang­rijk de beuk op de juis­te manier te snoeien.

In deze gids bespre­ken we, naast de juis­te aan­pak om een beuk te snoei­en, ook de tech­niek van het klim­mend snoeien.

Daar­naast zul­len we ook de fysi­o­lo­gie van de beu­ken­boom ver­ken­nen, zodat we begrij­pen wat de invloed is van het snoei­en op de beuk.

En door­dat we de mor­fo­lo­gie en fysi­o­lo­gie beter begrij­pen, kun­nen we aan de hand van de snoei­me­tho­de beter het gewens­te eind­beeld van de beuk bereiken.

Net als het gewens­te eind­doel van de snoei.

Steeds met inacht­na­me van de gezond­heid van de beuk, ook op lan­ge termijn.

Want door fou­tie­ve snoei, intro­du­ceer je gro­te pro­ble­men. Zo is beuk bij­voor­beeld erg gevoe­lig aan ech­te ton­der­zwa­m­aan­tas­ting bij het snoei­en van te gro­te tak­ken. En dat wil je te allen tij­de voorkomen.

 

 

Fysi­o­lo­gie en struc­tuur van een beuk

Het geeft meer inzicht in wat snoei­en doet met een beukenboom

 

Voor­dat we ingaan op het snoei­pro­ces, is het belang­rijk om de fysi­o­lo­gie van een beu­ken­boom beter te begrijpen.

Beu­ken heb­ben een uit­ge­breid wor­tel­sys­teem dat hen ste­vig in de grond ver­an­kert en hen voor­ziet van water en voe­dings­stof­fen. De bla­de­ren van een beuk zijn matig breed en diep­groen. Wat hen in staat stelt om vol­doen­de zon­licht op te van­gen voor foto­syn­the­se. De bla­de­ren zijn klei­ne ener­gie­fa­briek­jes, die ervoor zor­gen dat de boom zijn gan­se struc­tuur kan onder­hou­den en laten uitgroeien.

Beu­ken heb­ben ook een natuur­lijk groei­pa­troon, waar­bij de mees­te tak­ken omhoog rei­ken om con­cur­re­rend zon­licht te van­gen. Hier­door ont­staat vaak een dich­te kroon met wei­nig licht­in­val in het bin­nen­ste deel van de kruin.

Snoei­en kan hel­pen om licht door de kroon te laten stro­men en de struc­tuur van de kruin intern te verbeteren.

Oude­re beu­ken heb­ben dan weer aan de bui­ten­zij­de van de kruin afhan­gen­de tak­ken. Zodat er meer bla­de­ren toch nog veel zon­licht kun­nen opvangen.

 

 

Fysi­o­lo­gie van een beuk in 7 stappen

 

Bomen en dus ook beu­ken­bo­men zijn com­plexe en fas­ci­ne­ren­de orga­nis­men met een uit­ge­brei­de fysi­o­lo­gie. Hier­on­der zal ik de belang­rijk­ste aspec­ten van de fysi­o­lo­gie van bomen uitleggen.

 

De foto­syn­the­se

Foto­syn­the­se is het pro­ces waar­bij bomen onder invloed van zon­licht en de aan­we­zig­heid van chlo­ro­fyl in het blad, water en kool­di­oxi­de omzet­ten in glu­co­se (sui­ker) en zuur­stof. Chlo­ro­fyl, het groe­ne pig­ment in bla­de­ren, speelt een cru­ci­a­le rol bij dit pro­ces. De bla­de­ren van bomen van­gen zon­licht op en gebrui­ken het om kool­di­oxi­de en water om te zet­ten in glu­co­se en zuur­stof. Glu­co­se wordt ver­vol­gens gebruikt als ener­gie­bron voor de groei en het meta­bo­lis­me, ter­wijl zuur­stof wordt vrij­ge­ge­ven als bijproduct.

Het water wordt via de leven­de hout­va­ten in het hout van de beuk, van­af de wor­tels, samen met voe­dings­stof­fen, naar de bla­de­ren gevoerd. En door mid­del van een soort bio­syn­the­se wordt de gas­vor­mi­ge kool­stof­di­oxi­de die in de lucht aan­we­zig is, en het water dat in het blad aan­we­zig is, omge­vormd tot ener­zijds glu­co­se en ander­zijds zuur­stof­gas. De glu­co­se dient als ener­gie­bouw­steen voor de beuk, en wordt over­al opge­sla­gen in zijn struc­tuur; in de wor­tels, stam, tak­ken, twij­gen, bla­de­ren, knoppen, …

Het is dus steeds belang­rijk om zo wei­nig moge­lijk blad­mas­sa bij een beu­ken­boom weg te snoei­en, omdat de beuk dan maxi­maal aan foto­syn­the­se kan blij­ven doen. Ook de ener­gie die in tak­ken en twij­gen zit­ten opge­sla­gen, blij­ven dan behouden.

 

Trans­pi­ra­tie

Trans­pi­ra­tie is het pro­ces waar­bij water­damp via klei­ne ope­nin­gen in de bla­de­ren, de zoge­naam­de huid­mond­jes of sto­ma­ta van de beuk, naar bui­ten wordt afge­voerd. Dit helpt bomen en dus ook beu­ken­bo­men om af te koe­len en over­tol­lig water uit hun weef­sels te ver­wij­de­ren. Tege­lij­ker­tijd zorgt trans­pi­ra­tie voor een opwaart­se stro­ming van water en voe­dings­stof­fen van­uit de wor­tels naar de bla­de­ren, een pro­ces dat bekend staat als de transpiratiestroom.

En ook hier, hoe min­der blad­mas­sa van de beuk we snoei­en, hoe beter en gro­ter de transpiratiestroom.

 

Wor­tel­stel­sel van een beuk

Het wor­tel­stel­sel van bomen heeft meer­de­re func­ties. Ten eer­ste ver­an­kert het de boom ste­vig in de grond. Dit zorgt dus voor de mecha­ni­sche sta­bi­li­teit. Ten twee­de absor­be­ren de wor­tels water en mine­ra­len uit de bodem die essen­ti­eel zijn voor de groei en ont­wik­ke­ling van de boom.

Wor­tels van bomen wer­ken samen met sym­bi­o­ti­sche schim­mels om voe­dings­stof­fen effi­ci­ën­ter uit de bodem te halen. En beu­ken beschik­ken over ecto­my­cor­r­hi­za­vor­men­de sym­bi­on­ten die hun wor­tel­sys­teem tot een fac­tor 1000 gro­ter kun­nen maken. Omdat de schim­mel­dra­den in de bodem over­al mee vocht en nutri­ën­ten kun­nen opne­men en ze naar de wor­tel­top­pen van de beuk sturen.

De sym­bi­o­se bestaat ener­zijds uit het ont­van­gen van sui­kers, via de wor­tels van de boom, door de schim­mel en het boom­soort­ei­gen eco­sys­teem van de beuk. En de schim­mel voor­ziet ander­zijds in extra vocht en nutri­ën­ten die door de schim­mel­dra­den naar de wor­tels van de beuk gevoerd worden.

Omdat bij het snoei­en, de beuk min­der ener­gie pro­du­ceert, krij­gen de bodem­schim­mels en het boom­soort­ei­gen eco­sys­teem min­der sui­kers. Waar­door het boom­soort­ei­gen eco­sys­teem ver­zwakt, net als de beuk zelf. Ook hier hoe min­der we een beu­ken­boom moe­ten snoei­en, hoe beter.

 

Groei

Bomen groei­en voor­na­me­lijk door cel­ver­len­ging en cel­de­ling. Cel­ver­len­ging vindt plaats in de stam en tak­ken, waar­door de boom in de hoog­te groeit. Cel­de­ling vindt voor­na­me­lijk plaats in de cam­bi­um­laag, een dun­ne laag weef­sel net onder de schors van de boom. Hier­door wordt de dik­te van de stam ver­groot, wat resul­teert in secun­dai­re groei.

Hoe meer ener­gie voor han­den, wat op zich uiter­aard mede sterk afhan­ke­lijk is van de groei­plaats­kwa­li­teit, hoe beter de groei. En hoe meer bla­de­ren aan­we­zig hoe meer ener­gie er beschik­baar is. Dus het snoei­en van een beuk beïn­vloed ook de groei van de beukenboom.

 

Trans­port van voe­dings­stof­fen, door mid­del van water

Water en voe­dings­stof­fen wor­den via de wor­tels opge­no­men en door de xyleem­va­ten omhoog getrans­por­teerd naar de bla­de­ren. Xyleem is het vaat­weef­sel dat ver­ant­woor­de­lijk is voor het trans­port van water en mine­ra­len. Sui­kers, gepro­du­ceerd tij­dens de foto­syn­the­se, wor­den door de flo­ëem­va­ten naar ver­schil­len­de delen van de boom getrans­por­teerd voor groei, opslag en metabolisme.

 

Slaap­stand en rustperiode

Bomen onder­gaan ver­schil­len­de fysi­o­lo­gi­sche ver­an­de­rin­gen tij­dens hun rust­pe­ri­o­de, zoals in de win­ter. Dit staat bekend als de slaap­stand. De groei ver­traagt, het meta­bo­lis­me wordt ver­laagd en de bla­de­ren kun­nen wor­den afge­sto­ten. Dit helpt de boom om ener­gie te bespa­ren en zich aan te pas­sen aan de seizoensveranderingen.

 

 

Reac­tie van bomen op omgevingsfactoren

 

Bomen ver­to­nen ver­ba­zing­wek­ken­de reac­ties op hun omge­ving. Ze kun­nen rea­ge­ren op licht en zwaar­te­kracht om hun groei en ori­ën­ta­tie aan te pas­sen. Daar­naast heb­ben bomen adap­ta­tie­me­cha­nis­men om te over­le­ven onder ver­schil­len­de omstan­dig­he­den, zoals droog­te, kou­de of con­cur­ren­tie om hulp­bron­nen zoals water en nutriënten.

De fysi­o­lo­gie van bomen is een bui­ten­ge­woon com­plex onder­werp, en dit is slechts een beknopt over­zicht van de belang­rijk­ste aspec­ten. Elke boom­soort heeft unie­ke fysi­o­lo­gi­sche ken­mer­ken, ook beu­ken, die het begrip van hun eco­lo­gie en groei ver­der ver­rij­ken. Het bestu­de­ren van de fysi­o­lo­gie van bomen helpt ons hun cru­ci­a­le rol in eco­sys­te­men beter te begrij­pen. En het draagt dan ook bij aan een beter beheer, net als aan het behoud van deze belang­rij­ke leven­de monumenten.

 

 

Wan­neer en hoe een beu­ken­boom snoeien?

 

Het snoei­en van een beuk moet met zorg gebeu­ren, dat weten we intus­sen, want het heeft een belang­rij­ke invloed op hun fysi­o­lo­gi­sche wer­king wat betreft de groot­te­or­de van ener­gie­pro­duc­tie en alles wat daar uit ver­der vloeit. Ook is het snoei­en op de juis­te momen­ten en met de juis­te tech­nie­ken enorm belangrijk.

Het ide­a­le moment om een beuk te snoei­en is in het late voor­jaar of vroe­ge zomer, wan­neer de boom in vol­le groei is en alle bla­de­ren vol­le­dig zijn ont­wik­keld. Van­af dat moment, wan­neer de beu­ken­boom al vol in blad staat, is de ener­gie­pro­duc­tie maxi­maal. En kan de beuk het bes­te zijn snoei­won­den afgren­de­len. Ver­mijd dus snoei­en in de herfst, omdat dan de gene­zing van won­den ver­traagt en de beuk een veel lager ener­gie­ni­veau heeft.

Hoe we de snoei­wer­ken uit­voe­ren hangt gro­ten­deels af van de hui­di­ge kroon­ar­chi­tec­tuur en het gewens­te eind­beeld en eind­re­sul­taat op ter­mijn. Zo kun­nen we de kruin uit­lich­ten, zodat er meer licht tot in de bin­nen­kroon komt. Of inkor­ten, des­noods gecom­bi­neerd met uit­lich­ten, om bij­voor­beeld top­zwa­re tak­ken niet te laten uit­scheu­ren op termijn.

 

 

Ver­wij­de­ren van dode en bescha­dig­de takken

 

Wij inspec­te­ren de beuk steeds zorg­vul­dig en ver­wij­de­ren even­tu­e­le dode, zie­ke of bescha­dig­de tak­ken. Dit zal niet alleen het uiter­lijk van de beu­ken­boom ver­be­te­ren, maar ook poten­ti­ë­le geva­ren ver­min­de­ren. Zodat scha­de voor­ko­men wordt.

 

 

Meer over het uit­dun­nen of uit­lich­ten van de kroon

 

Een van de belang­rijk­ste metho­den gebruikt bij het snoei­en van een beuk is het uit­dun­nen of uit­lich­ten van de kroon. Hier­bij selec­te­ren we secun­dai­re tak­ken die dicht bij de hoofd­tak­ken groei­en en ver­wij­der ze voor­zich­tig. Hier­door kan licht beter en die­per door de kroon stro­men, waar­door het licht het bin­nen­ste deel van de boom bereikt en er een dich­te­re kroon ont­staat met meer bla­de­ren kor­ter bij de stam.

Dit kan een eer­ste stap zijn bij het beko­men van een cor­rec­te en gezon­de kroon­re­duc­tie op ter­mijn. Als men daar­en­te­gen ineens vele tak­ken zou inkor­ten aan de bui­ten­zij­de van de kroon, en er nog geen bla­de­ren aan­we­zig zijn in de bin­nen­kroon zou de beuk teveel ver­zwak­ken omdat hij te wei­nig bla­de­ren over­houdt na het inkor­ten. En door de beuk het eer­ste jaar uit te lich­ten en één of enke­le jaren later in te nemen, is er al een nieu­we bin­nen­kroon gevormd. Waar­door de boom op een meer con­ti­nu manier zijn struc­tuur van ener­gie kan blij­ven voorzien.

 

 

Ver­mijd zwaar snoei­en in één snoeibeurt

 

Wees voor­zich­tig met het terug­snoei­en van gro­te tak­ken. Beu­ken heb­ben, net zoals ande­re bomen, moei­te om won­den te gene­zen, dus het is altijd beter om gelei­de­lijk tak­ken te ver­wij­de­ren over meer­de­re jaren. Deze gefa­seer­de snoei heeft als voor­deel dat de boom tegen de vol­gen­de snoei­beurt weer op krach­ten is geko­men. En de beuk nooit een over­dre­ven gro­te impact van de snoei ondervindt.

 

 

Klim­mend snoei­en van een beuk

 

Klim­mend snoei­en is een tech­niek die wordt gebruikt om te snoei­en tak­ken boven in de kruin te kun­nen berei­ken, op een vei­li­ge manier en zon­der ande­re tak­ken of delen van de boom te beschadigen.

Het wordt voor­al toe­ge­past bij het snoei­en van oude­re beu­ken­bo­men waar­van de tak­ken te hoog zijn om van­af de grond te bereiken.

En door de boom al klim­mend te snoei­en is er geen zwa­re en dure hoog­te­wer­ker nodig. En vrij­waart u de bodem van bodemcompactatie.

Ook hoef je niet met de kooi van de hoog­te­wer­ker tus­sen de tak­ken van de kruin te manoeu­vre­ren. Waar­door je geen rand­scha­de aan tak­ken en twij­gen krijgt (die je maxi­maal wenst te behouden).

 

 

Vei­lig­heid voorop

 

Wij garan­de­ren steeds de maxi­ma­le vei­lig­heid. We beschik­ken over de juis­te oplei­din­gen, klim­tech­nie­ken en de juis­te uit­rus­ting, zoals een ste­vig klim­har­nas, klim­lij­nen en een helm. Wij klim­men alleen met een team erva­ren men­sen, die de nodi­ge oplei­din­gen en erva­ring hebben.

 

 

Iden­ti­fi­ceer de te snoei­en tak­ken van de beuk

 

Bekijk de boom van­uit ver­schil­len­de hoe­ken om de tak­ken te iden­ti­fi­ce­ren die moe­ten wor­den gesnoeid. Zorg ervoor dat je alleen tak­ken snoeit die bin­nen hand­be­reik zijn en dat je ste­vig vast­zit aan de boom voor­dat je begint met snoeien.

 

 

Maken van gecon­tro­leer­de snoeisneden

 

Maak zorg­vul­di­ge en gecon­tro­leer­de sne­den om te voor­ko­men dat tak­ken afbre­ken en scha­de aan­rich­ten aan de rest van de boom. Snoei de tak­ken af juist naast de tak­kraag, waar ze samen­ko­men met de hoofd­tak. Gebruik scher­pe en scho­ne snoei­scha­ren of een hand­zaag voor gro­te­re takken.

 

 

Invloed van snoei op een beuk

 

Het snoei­en van een beuk kan zowel posi­tie­ve als nega­tie­ve effec­ten heb­ben op de boom, afhan­ke­lijk van de uit­voe­ring van het snoei­pro­ces en de begin­con­di­tie van de boom.

Daar­om bepaalt onze Cer­ti­fied Tree Mana­ger bij zijn bezoek steeds of de beuk de snoei al dan niet aan­kan en op hoe de beuk zal gesnoeid wor­den. Het snoei­en van een ver­zwak­te beuk heeft een nega­tie­ve impact op de boom. Een vita­le beuk kan daar­en­te­gen wel wat snoei aan. Het is dan ook erg belang­rijk de con­di­tie van de beuk goed vast te stellen.

 

Voor­de­len van snoeien

 

  • Het uit­dun­nen van de kroon kan de licht­pe­ne­tra­tie ver­be­te­ren en sti­mu­leert de groei van de bin­nen­kroon van de boom.
  • Ver­wij­de­ren van dode of zie­ke tak­ken helpt de boom vei­li­ger te maken voor zijn omgeving.
  • Ver­wij­de­ren van top­zwa­re tak­ken voor­komt uit­scheu­ren van gro­te leven­de tak­ken en voor­komt onno­di­ge ver­zwak­king of gro­te scheur­won­den die zou­den kun­nen infecteren.
  • Snoei­en kan ook de alge­he­le kroon­struc­tuur van de boom ver­be­te­ren, waar­door de beuk even­wich­ti­ger wordt en mecha­nisch sta­bie­ler wordt.

 

 

Risico’s van onjuist of fou­tief  snoei­en van een beukenboom

 

Terug­snoei­en van te veel gro­te tak­ken kan lei­den tot stress en de gezond­heid van de boom scha­den. Gro­te snoei­won­den over­groei­en wel met call­us, het zal ech­ter heel lang duren voor­al­eer de won­den dicht zijn. En won­den die jaren open­staan, geven meer kans op para­si­tai­re schimmelinfecties.
Onjuis­te snoei­tech­nie­ken kun­nen lei­den tot won­den die moei­lijk te gene­zen zijn en de boom vat­baar­der maken voor ziek­tes en plagen.

 

 

Con­clu­sie

 

Het snoei­en van een beuk is een belang­rijk onder­deel van het onder­houd van de boom en kan zor­gen voor een gezon­de groei nadien en een vei­li­ge omge­ving. Het is essen­ti­eel om het snoei­pro­ces met zorg uit te voe­ren, met de juis­te tech­nie­ken en uit­rus­ting en met de juis­te inzichten.

Klim­mend snoei­en kan een effec­tie­ve metho­de zijn om tak­ken te berei­ken die anders bui­ten hand­be­reik zou­den zijn. En u voor­komt bodemcompactatie.

Het begrij­pen van de fysi­o­lo­gie van een beuk helpt bij het nemen van wel­over­wo­gen beslis­sin­gen bij het snoei­en, waar­bij de voor­de­len van snoei­en wor­den gemaxi­ma­li­seerd en de moge­lij­ke risico’s wor­den gemi­ni­ma­li­seerd. Bij twij­fel is het raad­zaam om ons als pro­fes­si­o­ne­le boom­ver­zor­ger te raad­ple­gen om ervoor te zor­gen dat de snoei, de gezond­heid en esthe­tiek van de beuk bevordert.

Ik hoop dat deze infor­ma­tie je helpt bij het begrij­pen van het snoei­pro­ces van een beuk en hoe dit op een klim­men­de manier kan wor­den uit­ge­voerd. Als je nog ver­de­re vra­gen hebt, sta ik altijd klaar om te hel­pen!

 

 

Con­tac­teer ons vrijblijvend

 

Heeft u vra­gen over uw monu­men­ta­le beuk en wenst u zeker te zijn van de goe­de en meest kwa­li­ta­tie­ve aan­pak van uw boom of pro­ject, twij­fel dan niet om ons vrij­blij­vend te con­tac­te­ren.

Start typing and press Enter to search

Shopping Cart