Wat is een plakoksel bij bomen?
Wat is een plakoksel tegenover een gewone takaanhechting bij bomen?
Een plakoksel, ook wel bekend als inbakoksel of ingesloten schors, verwijst in de kroonarchitectuur van bomen naar een zwakke takaanhechting. Waarbij de schors tussen de stam en een zijtak is ingeklemd of ingesloten. En waarbij tussen de twee takken die tegen elkaar zitten geen warrig weefsel aanwezig is, zoals dat bij een gewone takaanhechitng wel het geval is.
Dit verschijnsel ontstaat wanneer twee of meer, al dan niet opgaande stammen of takken, zo dicht bij elkaar groeien dat de schors tussen hen niet normaal kan uitgroeien. En in plaats daarvan ingesloten raakt tussen de verschillende delen en er niet echt een verbinding wordt gevormd. De oorzaak ervan is deels genetisch bepaald door de soort, sommige soorten zijn namelijk gevoeliger aan het vormen van plakoksels.
Maar de vorming van plakoksels zijn vooral te wijten aan het feit dat een boom niet de behoefte heeft om te investeren in een sterke versteving van een oksels, omdat deze oksel niet voldoende belast wordt om één of andere reden.
Deze situatie creëert een structureel zwak punt omdat het hout van de stammen of takken niet goed met elkaar kunnen vergroeien. Wat de integriteit en sterkte van de aanhechting vermindert.
Lees veel meer over takaanhechtingen en plakoksels in het boek “Bomen Beter begrijpen” van Wim Peeters, waar hij alles in detail uitlegt.
Hoe ontstaat van een plakoksel
Plakoksels ontstaan als gevolg van een te snelle diktegroei in oksel die te weinig belast worden om er warrig weefsel aan te maken en waarbij de takken te dicht bij de stam of bij elkaar uitkomen, waardoor de schors ertussen wordt ingeklemd.
Dit wordt vooral veroorzaakt door genetische factoren, omgevingsfactoren en groei-eigenschappen zoals de natuurlijke aanwezigheid van kruisende takken die aan elkaar groeien. Maar het kan onrechtsstreeks ook beïnvloed worden door het onjuist snoeien van een boom.
Opvattingen over takaanhechting
Alex Shigo
Alex Shigo, een pionier in de moderne boomverzorging, introduceerde het concept van compartimentalisatie van schade in bomen (CODIT).
Hij benadrukte het belang van een goede snoeitechniek om de natuurlijke afweermechanismen van de boom te ondersteunen en de vorming van plakoksels te voorkomen.
Shigo pleitte voor het snoeien bij de takkraag (het gebied waar de takbasis zich uitbreidt en overgaat in de stam), zonder de kraag zelf te beschadigen. Om de boom in staat te stellen het wondgebied effectief af te sluiten door middel van callusvorming.
Duncan Slater
Dr. Duncan Slater, een onderzoeker op het gebied van boommechanica en takaanhechtingen, heeft bijgedragen aan het begrijpen van de complexiteit van takaanhechtingen. En de factoren die de sterkte van de aanhechting beïnvloeden.
Zijn werk heeft aangetoond dat sommige traditionele opvattingen over takaanhechtingen en snoeipraktijken heroverwogen moeten worden. Vooral met betrekking tot het herkennen van structureel sterke versus zwakke aanhechtingen.
Slater’s onderzoek benadrukt de rol van de takkraag en de takhoek in het bepalen van de sterkte van de aanhechting, en suggereert dat een meer genuanceerde benadering nodig is om de gezondheid en structurele integriteit van bomen te behouden.
Beide wetenschappers hebben bijgedragen aan een beter begrip van de complexiteit van boomstructuren. En de noodzaak van zorgvuldig beheer en onderhoud van bomen.
De inzichten van Shigo en Slater hebben geleid tot verbeterde snoeipraktijken. En een groter bewustzijn van de noodzaak om de natuurlijke groeipatronen van bomen te respecteren om hun gezondheid en structurele stabiliteit te waarborgen.
Invloed van Alex Shigo en Duncan Slater
De verschillende opvattingen en onderzoeken van Alex Shigo en Duncan Slater over takaanhechtingen en boomstructuur hebben de boomverzorgingsindustrie aanzienlijk beïnvloed en tot nieuwe inzichten en benaderingen geleid.
Alex Shigo’s bijdragen
Alex Shigo heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar de manier waarop bomen wonden genezen en hoe ze omgaan met schade.
Zijn werk benadrukte het belang van het behouden van de takkraag bij het snoeien. Omdat dit het gebied is waar de boom het meest effectief kan reageren op de wond.
Volgens Shigo’s principes zou het snoeien dichtbij, maar niet in de takkraag moeten gebeuren om de natuurlijke genezingsprocessen van de boom te ondersteunen. En de vorming van plakoksels te voorkomen.
Zijn benadering benadrukte ook het belang van het vermijden van grote wonden. Die voor de boom moeilijker zijn om te overgroeien. En die kunnen leiden tot de ontwikkeling van houtrot en structurele zwakheden.
Duncan Slater’s inzichten
Duncan Slater heeft de dynamiek van takaanhechtingen verder onderzocht. Met name hoe verschillende factoren, zoals de aanhechtingshoek en de aanwezigheid van een takkraag, de sterkte van de aanhechting beïnvloeden.
Zijn onderzoek heeft aangetoond dat niet alle plakoksels per definitie zwak zijn. En dat sommige aanhechtingen die als zwak worden beschouwd, in feite vrij sterk kunnen zijn vanwege de manier waarop het houtweefsel zich rond de aanhechting ontwikkelt.
Slater benadrukt het belang van een meer gedetailleerde beoordeling van de boomstructuur bij het maken van snoeibeslissingen. Waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke vorm en eigenschappen van elke takaanhechting.
Evoluerende praktijken over plakoksels in de boomverzorging
De inzichten van Shigo en Slater hebben geleid tot een evolutie in de boomverzorgingspraktijken. Waarbij meer nadruk wordt gelegd op het begrijpen van de individuele boomstructuur en ‑reacties.
Moderne snoeirichtlijnen, zoals de European Tree Prunning Standard (ETPS), adviseren nu vaak een evenwichtige benadering. Die rekening houdt met de gezondheid van de boom, de wens om sterke takaanhechtingen te bevorderen, en de noodzaak om potentieel gevaarlijke situaties te voorkomen. Door zwakke aanhechtingen te verwijderen.
Het werk van zowel Shigo als Slater benadrukt het belang van wetenschappelijk onderbouwde praktijken in de boomverzorging. En het voortdurende onderzoek naar de complexe interacties binnen de boomstructuur.
Het herkennen en correct beheren van takaanhechtingen, inclusief plakoksels, is cruciaal voor het behouden van de structurele integriteit en gezondheid van bomen. In zowel natuurlijke als aangelegde omgevingen.
De evolutie van inzichten in takaanhechtingen en de bijdragen van experts zoals Alex Shigo en Duncan Slater hebben geleid tot een verfijnde benadering van boomverzorging en boombeheer. Met name met betrekking tot snoeipraktijken en het beoordelen van de structurele integriteit van bomen.
Deze ontwikkelingen hebben enkele belangrijke implicaties voor boomverzorging.
Onderbouwde snoeibeslissingen
De kennis over hoe en waar te snoeien is geëvolueerd, waarbij nu meer nadruk wordt gelegd op het begrijpen van de individuele groeipatronen en de structuur van elke boom. Waarvoor dus ook meer en meer kennis nodig is over kroonarchitectuur.
Het snoeien van bomen wordt nu uitgevoerd met een grondige evaluatie van de takaanhechtingen, rekening houdend met de aanwezigheid van een takkraag en de hoek van de aanhechting, om de gezondheid en structurele stabiliteit van de boom te bevorderen.
Herkenning van structurele diversiteit
Het werk van Slater heeft bijgedragen aan de erkenning dat niet alle plakoksels inherent zwak zijn. En dat de structuur van takaanhechtingen complexer is dan eerder werd aangenomen.
Zo toonde Slater de aanwezigheid aan van warrig weefsel (houtvaten die erg warrig doorheen de takverbinding groeien), bij gewone takaanhechtingen, waardoor deze aanhechtingen sterke verbindingen vormen. Waar voorheen hierover de opvatting bestond dat de houtvaten, voornamelijk gestrekt groeiend (niet warrig), afwisselend gelaag aanwezig waren; houtvaten tak, stam, tak, stam, … en zo een gelaagde structuur vormden.
Dit heeft geleid tot een meer genuanceerde benadering van het beoordelen van potentiële risico’s en de noodzaak van snoeien. Waarbij de unieke eigenschappen van elke takaanhechting worden overwogen.
Preventie en beheer van plakoksels
Er is een groter bewustzijn van het belang van vroege interventie en goed boombeheer om de vorming van plakoksels te voorkomen. Alsook hoe om te gaan met kruisende vergroeide takken in de blijvende kruin van een boom.
Preventie en beheer van plakoksels omvat:
- het selecteren van de juiste boomsoorten voor een bepaalde locatie,
- het uitvoeren van begeleidingssnoei in de vroege levensfasen van de boom,
- het vermijden van onnodige beschadiging of overdreven snoeien,
- het beoordelen van ieder individuele plakoksel om zijn breukgevoeligheid te beoordelen,
- en het gepast snoeien of correct verankeren van takken of kruindelen met plakoksels.
Belang van Onderzoek en Educatie
De voortdurende bijdragen van onderzoekers op het gebied van boomfysiologie en kroonarchitectuur onderstrepen het belang van wetenschappelijk onderzoek en educatie in de boomverzorgingspraktijk.
Het delen van kennis en de beste praktijken helpt boomverzorgers, arboristen en het publiek om onderbouwde beslissingen te nemen. Die de gezondheid en levensduur van bomen bevorderen.
Technologische Toepassingen
Moderne technologieën, zoals structurele analyse en visualisatiesoftware, stellen boomverzorgers in staat om een beter inzicht te krijgen in de kroonstructuur en potentiële risico’s verbonden aan takaanhechtingen.
Dit kan leiden tot meer gepersonaliseerde en effectieve beheerstrategieën voor individuele bomen.
In essentie hebben de inzichten van Shigo en Slater, en de daaropvolgende ontwikkelingen in de boomverzorging, geleid tot een dieper begrip van de complexiteit van bomen. En de noodzaak van zorgvuldig, op kennis gebaseerd boombeheer om hun gezondheid en structurele integriteit te waarborgen.
Deze holistische benadering van boomverzorging erkent de waarde van elke boom als een levend organisme met unieke behoeften en kenmerken.