Wat bete­kent acro­to­nie in de kroonarchitectuur?

Wat bete­kent acro­to­nie of acro­to­ne groei in de kroonarchitectuur?

 

Acro­to­nie of acro­to­ne groei in de kroon­ar­chi­tec­tuur van bomen ver­wijst naar een groei­pa­troon waar­bij de groei en ont­wik­ke­ling van nieu­we tak­ken en bla­de­ren zich voor­na­me­lijk con­cen­tre­ren aan de top of het uit­ein­de van de scheu­ten. Dit patroon resul­teert in een ster­ke­re ont­wik­ke­ling en gro­te­re vita­li­teit van de boven­ste delen van de kroon, ter­wijl de onder­ste delen rela­tief min­der groei­en of zelfs verzwakken.

Een stu­die over de appel­boom (Malus x domes­ti­ca) illu­streert hoe acro­to­nie zich mani­fes­teert in de toe­na­me van de kracht van vege­ta­tie­ve pro­lep­ti­sche tak­ken (uit sla­pen­de knop­pen) van het proxi­ma­le (dich­ter bij de bin­nen­zij­de van de kroon) naar het dis­ta­le deel (ver­der weg van de het cen­trum van de kroon) bij de oude­re groei-eenheiden.

Dit patroon wordt niet alleen weer­spie­geld in de groei van tak­ken, maar ook in de ver­de­ling van repro­duc­tie­ve struc­tu­ren langs de jaar­lijk­se scheut. Waar­bij de dis­taal gele­gen repro­duc­tie­ve late­ra­len meer bloe­men en vruch­ten pro­du­ce­ren en eer­der bloei­en dan de lager gele­gen lateralen.

Dit sug­ge­reert dat acro­to­nie kan wor­den uit­ge­breid naar ande­re archi­tec­tu­ra­le ken­mer­ken en archi­tec­tu­ra­le model­len. Zoals de nei­ging tot bloem­knop­vor­ming en de dicht­heid van de ver­tak­king, die bei­de toe­ne­men van het proxi­ma­le naar het dis­ta­le deel van de scheut (Lau­ri, 2007).

Acro­to­nie speelt bij som­mi­ge boom­soor­ten een cru­ci­a­le rol in de aan­pas­sing aan hun omge­ving. Met name in ter­men van licht­vangst en con­cur­ren­tie met ande­re bomen. Maar dit is niet bij alle boom­soor­eten zo. Bij een soort als Thu­ja pli­ca­ta zal bij­voor­beeld de hypo­to­ne groei domi­nan­ter zijn. Wan­neer een tak uit­zakt zal de onder­ste tak bij Thu­ja pli­ca­ta op het uit­ein­de door­schie­ten in de hoog­te. Maar niet één van de boven­ste (epi­to­ne) uit­ge­zak­te tak­ken zal zich oprichten. 

Je mag dit dus niet zomaar van de ene naar de ande­re boom­soort overnemen. 

Door de nadruk te leg­gen op de groei van de boven­ste delen van de kroon, kun­nen bomen hun bla­de­ren effec­tie­ver posi­ti­o­ne­ren voor opti­ma­le licht­ab­sorp­tie, wat essen­ti­eel is voor foto­syn­the­se en groei.

Dit groei­pa­troon kan ook invloed heb­ben op het boom­be­heer en snoei­en van bomen in zowel de boom­ver­zor­ging als bos­bouw.  Waar­bij ken­nis van acro­to­nie kan hel­pen bij het maken van beslis­sin­gen over hoe bomen te snoei­en om hun groei en vorm te opti­ma­li­se­ren.

 

Tip: lees meer over de ver­schil­len­de archi­tec­tu­ra­le model­len waarim bomen kun­nen inge­deeld wor­den en de ken­mer­ken ervan.

Start typing and press Enter to search

Shopping Cart