Wat is het ver­schil tus­sen hout­va­ten en tracheïden?

En wat zijn de voor – en nade­len bij het water­trans­port in bomen?

 

Hout­va­ten en tra­che­ï­den zijn bei­de gespe­ci­a­li­seer­de cel­ty­pen in het xyleem van bomen en ande­re vaat­plan­ten die betrok­ken zijn bij het trans­port van water en mine­ra­len van de wor­tels naar de bla­de­ren. Ze heb­ben ech­ter ver­schil­len­de struc­tu­ren en func­ties, wat leidt tot unie­ke voor- en nade­len in het watertransport.

Om te weten wat het ver­schil is tus­sen hout­va­ten en tra­che­ï­den gaan we enkel eigen­schap­pen en voor- en nade­len bekij­ken van deze twee houttypes.

 

 

Hout­va­ten

 

Struc­tuur

Hout­va­ten bestaan uit een reeks van vat­le­den (vatele­men­ten) die end-to-end zijn gerang­schikt, waar­bij de uit­ein­den gedeel­te­lijk of vol­le­dig zijn afge­bro­ken om een lan­ge, con­ti­nue buis te vormen.

 

Voor­ko­men

Ze komen voor­na­me­lijk voor in loof­bo­men (angio­sper­men).

 

Func­tie

Hout­va­ten zijn effi­ci­ënt in het snel trans­por­te­ren van gro­te hoe­veel­he­den water over kor­te afstanden.

 

Voor­de­len

Hoge­re effi­ci­ën­tie in water­trans­port, wat voor­de­lig is tij­dens peri­o­des van snel­le groei en hoge transpiratie.

 

Nade­len

Gro­te­re gevoe­lig­heid voor cavi­ta­tie, waar­bij lucht­bel­len het water­trans­port kun­nen onder­bre­ken, voor­al onder dro­ge of kou­de omstandigheden.

Min­der struc­tu­re­le ste­vig­heid in ver­ge­lij­king met tra­che­ï­den, van­we­ge de gro­te­re dia­me­ter en dun­ne­re wanden.

 

 

Tra­che­ï­den

 

Struc­tuur

Tra­che­ï­den zijn lang­ge­rek­te cel­len met taps toe­lo­pen­de uit­ein­den, die indi­vi­du­eel water trans­por­te­ren via de pits (klei­ne pori­ën) in hun celwanden.

 

Voor­ko­men

Ze zijn aan­we­zig in alle vaat­plan­ten, maar zijn de domi­nan­te water­ge­lei­den­de cel­len in naald­bo­men (gym­nosper­men) en som­mi­ge pri­mi­tie­ve angiospermen.

 

Func­tie

Tra­che­ï­den zijn veel­zij­dig; ze dra­gen bij aan zowel het trans­port van water als aan de struc­tu­re­le onder­steu­ning van de boom.

 

Voor­de­len

Min­der gevoe­lig voor cavi­ta­tie, waar­door ze beter bestand zijn tegen droog­te en koude.

Bie­den een gro­te­re struc­tu­re­le steun van­we­ge hun vorm en de manier waar­op ze in het hout zijn gerangschikt.

 

Nade­len

Min­der effi­ci­ënt in het trans­port van water over lan­ge afstan­den in ver­ge­lij­king met hout­va­ten, van­we­ge de klei­ne­re dia­me­ter en het gebrek aan een direc­te ver­bin­ding tus­sen aan­gren­zen­de cellen.

 

 

Samen­vat­ting ver­schil tus­sen hout­va­ten en tracheïden

 

De keu­ze tus­sen hout­va­ten en tra­che­ï­den als de pri­mai­re metho­de voor water­trans­port in bomen hangt samen met evo­lu­ti­o­nai­re afwe­gin­gen tus­sen effi­ci­ën­tie van water­trans­port, weer­stand tegen omge­vings­stress en struc­tu­re­le ondersteuning.

Hout­va­ten bie­den een snel­ler trans­port van water en zijn daar­om voor­de­lig in omge­vin­gen waar water ruim voor­han­den is, ter­wijl tra­che­ï­den een meer robuus­te oplos­sing bie­den in uit­da­gen­de­re omge­vin­gen, met het extra voor­deel van ver­hoog­de struc­tu­re­le stevigheid.

Het ver­schil tus­sen hout­va­ten en tra­che­ï­den is niet enkel soort­ge­bon­den, maar de twee hout­ty­pes heb­ben elk een bedui­dend ande­re wer­king op het gebied van watertransport.

Start typing and press Enter to search

Shopping Cart