Geschatte lees­tijd: 8 minu­ten

Dood hout in bomen; hoe ontstaat het en veiligheid

Dood hout in bomen ont­staat als gevolg van natuur­lij­ke ver­ou­de­ring, ziek­tes, insec­ten­pla­gen of mecha­ni­sche bescha­di­gin­gen. En ook door licht­ge­brek. Al dan niet ver­oor­zaakt door omge­vings­fac­to­ren. Of de ont­wik­ke­ling en groei van de kroon.

Het is een belang­rijk onder­deel van het eco­sys­teem en biedt tal­rij­ke voor­de­len. Zoals het bevor­de­ren van bio­di­ver­si­teit en het bie­den van habi­tat aan ver­schil­len­de organismen.

Tegelijkertijd kan dood hout een vei­lig­heids­ri­si­co vor­men, voor­al in ste­de­lij­ke gebie­den. Of plaat­sen waar het gebruik van de omge­ving voor ene ver­hoogd risi­co zorgt.

Dit arti­kel behan­delt de oor­za­ken van dood hout, het belang ervan, de vei­lig­heids­as­pec­ten, de juis­te ver­wij­de­rings­tech­nie­ken en de rol van CODIT bij dood hout.

Bovendien wor­den de fysi­o­lo­gi­sche en mor­fo­lo­gi­sche aspec­ten van het ont­staan van dood hout bespro­ken, even­als boom­soor­ten waar­bij aan­we­zig­heid van dood hout in de kruin gevaar­lijk kan zijn.

 

Hoe ontstaat dood hout?

Dood hout in bomen ont­staat door ver­schil­len­de oorzaken.

 

Natuurlijke veroudering

Naarmate bomen ouder wor­den, ster­ven som­mi­ge tak­ken en delen van de stam af. Dit pro­ces is een nor­maal onder­deel van de levens­cy­clus van een boom.

 

Ziekten

Bacteriële en schim­mel­in­fec­ties kun­nen delen van de boom of heel de boom doden. Waardoor dood hout ontstaat.

Bijvoorbeeld, de ech­te honing­zwam (Armillaria mel­lea) infec­teert de wor­tels en stam van bomen. Wat vaak leidt tot het afster­ven van gro­te delen van de boom of heel de boom.

Ook bij roet­schors­ziek­te, ver­oor­zaakt door de roet­schors­schim­mel of Cryptostroma cor­ti­ca­le, kan de boom uit­ein­de­lijk afster­ven en ont­staat, ook al voor­af­gaan­de­lijk, door hout. Deze aan­tas­ting komt voor­al voor bij esdoorns, en begint vaak met afster­ven van het blad, en nadien het afster­ven van twij­gen en takken.

 

Insectenplagen

Kevers en ande­re insec­ten kun­nen gan­gen of tun­nels in het hout gra­ven. Waardoor de struc­tuur ver­zwakt, dis­func­ti­o­ne­le wordt en delen van de boom kun­nen afsterven.

Of insec­ten door­bre­ken de afgren­de­lings­zo­ne in het hout, waar­door een hout­rot­schim­mel zich beter kan ver­sprei­den bin­nen de boom en er onvol­doen­de func­ti­o­neel hout over­blijft en uit­ein­de­lijk delen gaan afster­ven. Met dood hout tot gevolg.

Een voor­beeld van het door­bre­ken van afgren­de­lings­zo­nes bij een door schim­mel­aan­tas­ting getrof­fen boom, is de glan­zen­de bos­mier. Die bij het maken van zijn gan­gen ook afgren­de­lings­zo­ne doorbreekt.

 

Mechanische beschadigingen

Schade door stor­men, blik­sem of men­se­lij­ke acti­vi­tei­ten kan ook lei­den tot dood hout. Wanneer er door storm of je door over­ma­ti­ge snoei gro­te gestel­tak­ken inkort, bescha­dig je steeds het hout. En omdat de hout­va­ten dan onder­bro­ken wor­den, lijdt de boom zijn fysi­o­lo­gisch pro­ces onder deze scha­de. Het kan zijn dat de boom hier­door de gan­se tak laat afster­ven omdat hij de fysi­o­lo­gi­sche pro­ces­sen die nodig zijn voor het func­ti­o­ne­ren en onder­hou­den niet meer kan vervullen.

 

Lichtinval en lichtbeschikbaarheid

Gebrek aan vol­doen­de licht­in­val, voor­al in dicht­be­bos­te gebie­den of bij bomen die in de scha­duw van hoge­re struc­tu­ren staan, kan lei­den tot het afster­ven van tak­ken in het onder­ste deel van de boomkroon.

Ook bij bomen in ene open omge­ving, ster­ven in de bin­nen­kruin en tij­de­lij­ke kruin tak­ken af omwil­le van licht­ge­brek. Weet dat een boom ieder jaar groeit en de struc­tuur meer aan de bin­nen­zij­de van de kroon, stel­sel­ma­tig min­der licht vangt. Waardoor het voor de boom niet nut­tig is daar bla­de­ren te con­stru­e­ren. Tenzij scha­duw­bla­de­ren. Dat zijn bla­de­ren die zeer dun zijn van opbouw en meer aan de bin­nen­zij­de van de kruin staan. Ze kun­nen erg gemak­ke­lijk aan foto­syn­the­se doen, maar heb­ben wei­nig ste­vig­heid. En vor­men als het ware ene back-up voor de bla­de­ren aan de bui­ten­zij­de van de kroon; die dis­func­ti­o­neel kun­nen wor­den bij extre­men droog­te of hit­te bij­voor­beeld. De scha­duw­bla­de­ren bewij­zen dan hun dienst.

Bomen heb­ben licht nodig voor foto­syn­the­se, en tak­ken die wei­nig licht ont­van­gen, krij­gen niet genoeg ener­gie om te over­le­ven en ster­ven uit­ein­de­lijk af.

 

Fysiologische aspecten van dood hout

Het ont­staan van dood hout in bomen is nauw ver­bon­den met ver­schil­len­de fysi­o­lo­gi­sche processen.

 

Fotosynthese en energieverdeling

Takken die onvol­doen­de licht ont­van­gen, pro­du­ce­ren min­der ener­gie via foto­syn­the­se. Deze ener­gie­te­kor­ten lei­den tot een ver­min­der­de con­di­tie en vita­li­teit van de tak­ken. En boven­dien wenst de boom niet te inves­te­ren in struc­tu­ren die onvol­doen­de ener­gie ople­ve­ren, maar wel ener­gie kos­ten om ze te onder­hou­den. Waardoor de tak­ken die te wei­nig licht van­gen uit­ein­de­lijk zul­len afsterven.

 

Hormonale regulatie

Plantenhormonen zoals auxi­nes en cyto­ki­ni­nen spe­len een rol in de groei en ont­wik­ke­ling van tak­ken en de boom­struc­tuur in zijn geheel. Onbalans in deze hor­mo­nen, bij­voor­beeld door bescha­di­ging of ziek­te, kan lei­den tot het afster­ven van bepaal­de tak­ken. Waardoor dood hout ontstaat.

 

Water- en voedingsstoftransport

Xyleemvaten zijn ver­ant­woor­de­lijk voor het trans­port van water en voe­dings­stof­fen. Wanneer deze vaten bescha­digd raken door fysie­ke scha­de, over­ma­ti­ge gro­te snoei­won­den of ziek­te, kun­nen de getrof­fen delen van de boom geen water of voe­dings­stof­fen meer ont­van­gen en onvol­doen­de ener­gie pro­du­ce­ren, wat kan lei­den tot het afster­ven van deze delen.

 

Verdedigingsmechanismen

Bomen rea­ge­ren op won­den en infec­ties door bar­ri­è­res te vor­men in het hout. Om ver­de­re scha­de en/of aan­tas­ting te beperken.

Dit pro­ces, bekend als CODIT (Compartmentalization Of Decay In Trees), helpt de boom om infec­ties te iso­le­ren en te voor­ko­men dat ze zich ver­der ver­sprei­den van aan­ge­tas­te delen naar gezon­de delen. De aan­ge­tas­te delen zul­len afster­ven, en de gezon­de delen tracht de boom zo lang moge­lijk te behou­den en af te schermen.

 

Morfologische aspecten van dood hout

De mor­fo­lo­gi­sche ken­mer­ken van dood hout zijn zicht­baar aan de hand van ver­schil­len­de, vaak visu­e­le dui­de­lijk waar­neem­ba­re factoren.

 

Taksterfte en kroonreductie

Wanneer tak­ken afster­ven door gebrek aan licht of ande­re stres­sfac­to­ren, val­len ze uit­ein­de­lijk van de boom of blij­ven als dode tak­ken han­gen. Dit resul­teert in een natuur­lij­ke kroon­re­duc­tie, waar­bij de boven­ste en bui­ten­ste delen van de boom­kroon vita­ler blij­ven dan de onder­ste en bin­nen­ste delen.

Wanneer dood hout aan de bui­ten­zij­de van de kroon ont­staat, waar wel vol­doen­de licht aan­we­zig is, spre­ken we van retrac­tie of natuur­lij­ke kroon­re­duc­tie. Veelal omwil­le van pro­ble­men in de bodem. Zoals bij bodem­ver­dich­ting of wor­tel­scha­de bij civie­le werk­zaam­he­den in de buurt van de boom.

Dood hout ver­toont vaak ken­mer­ken zoals scheu­ren, hol­tes en ver­min­derd hout­vo­lu­me. Dit kan te wij­ten zijn aan de afbraak van lig­ni­ne en cel­lu­lo­se door schim­mels bij­voor­beeld. Denk hier­bij bij­voor­beeld aan hars­lak­zwam op Amerikaanse eik, waar je vaak de incli­na­tie van het hout (ver­min­dert hout­vo­lu­me) in de stam of gestel­tak­ken kan zien.

 

Houtrot

Verschillende soor­ten hout­rot­schim­mels spe­len een cru­ci­a­le rol bij de afbraak van dood hout en in som­mi­ge geval­len zelfs levend hout.

Witrot, bruin­rot en zacht­rot zijn drie hoofd­ty­pen van hout­rot, elk met hun eigen spe­ci­fie­ke effec­ten op de houtstructuur.

De manier waar­op bepaal­de hout­soor­ten wor­den aan­ge­tast door schim­mels, zal voor een groot stuk ook mee de vei­lig­heid of breuk­ge­voe­lig­heid van de afge­stor­ven of aan­ge­tas­te delen bepalen.

Zo zijn ech­te ton­der­zwam op beuk of popu­lier en zwa­vel­zwam op inheem­se eik of tam­me kas­tan­je best erg gevaar­lij­ke aan­tas­tin­gen die voor een hoge breuk­ge­voe­lig­heid zorgen.

 

Reïteratie

Dit is het pro­ces waar­bij bomen nieu­we scheu­ten en tak­ken vor­men van­uit sla­pen­de knop­pen in reac­tie op stress of scha­de. Reïteratie helpt de boom om nieu­we groei­pun­ten te ont­wik­ke­len en kan de vorm en struc­tuur van de boom veranderen.

 

 

Het belang van dood hout

Dood hout speelt een cru­ci­a­le rol in het natuur­lij­ke eco­sys­teem en boom­soort­ei­gen ecosysteem.

 

Dood hout zorgt voor habitat

Het biedt een leef­om­ge­ving voor tal van orga­nis­men, zoals schim­mels, insec­ten, vogels en klei­ne zoog­die­ren. Schimmels zoals de honing­zwam hel­pen bij de afbraak van dood hout, wat essen­ti­eel is voor de kring­loop van voedingsstoffen.

 

Dood hout verhoogd de biodiversiteit

Dood hout bevor­dert bio­di­ver­si­teit door ver­schil­len­de niches te cre­ë­ren voor diver­se soor­ten. Zowel op het gebied van schim­mels, insec­ten als ande­re leven­de wezens zoals vleer­mui­zen, eekhoorns, …

 

Bodemvruchtbaarheid

Door de afbraak van dood hout wor­den voe­dings­stof­fen terug­ge­ge­ven aan de bodem. Houtrotters kolo­ni­se­ren het dode hout, bre­ken het af, en geven de mine­ra­len via hun schim­mel­dra­den in de bodem terug af aan de orga­nis­men in de bodem. En via ecto­my­cor­r­hi­za­vor­men­de of endo­my­cor­r­hi­za­vor­men­de sym­bi­on­ten terug aan de boom of ande­re planten.

Hierdoor neemt ook de vrucht­baar­heid van de bom­de toe. Wat de groei van nieu­we plan­ten bevordert.

 

 

Veiligheidsaspecten van dood hout

Hoewel dood hout eco­lo­gisch waar­de­vol is, kan het ook een vei­lig­heids­ri­si­co vor­men. En dit voor een deel afhan­ke­lijk van de boom­soort. En afhan­ke­lijk van de inten­si­teit van het gebruik van de omge­ving van de boom.

Zones met intens gebruik, zoals in de buurt van scho­len of druk­ke wegen, zor­gen voor een hoger risi­co op ern­sti­ge gevolg­scha­de. Tegenover niet intens gebruik­te zones, zoals te mid­den van een bos bij­voor­beeld. Waar nooit iemand komt.

De kans op tak­ken dood hout die kun­nen afbre­ken en val­len, wat gevaar­lijk is in ste­de­lij­ke gebie­den of langs wegen, zorgt er voor ver­hoogd risi­co. Omwille van de scha­de en leed die het kan veroorzaken.

Verzwakte bomen, met veel dood hout, kun­nen ont­wor­tel of een stam­breuk heb­ben bij ster­ke wind of zwa­re regen­val. Ook dit zorgt voor een ver­hoogd risico.

Daarom inven­ta­ri­seer je steeds het dood hout tij­dens de inspec­tie van bomen, de boom­vei­lig­heids­con­tro­le of VTA-analyse. De groot­te van het dood hout neem je mee in je rap­por­te­ring, als­ook de inten­si­teit van het gebruik van de omge­ving, Zodat je nadien ene risi­co­ge­tal kan bere­ke­nen en er de juis­te maat­re­ge­len kan tegen­over stellen.

 

Meer veiligere boomsoorten voor dood hout

Sommige boom­soor­ten vor­men “min­der gevaar­lijk” dood hout. Omdat ze niet snel gro­te tak­ken laten val­len. En de tak­ken, als ze dood zijn, eer­der stel­sel­ma­tig van­af het uit­ein­de zacht­jes gaan weg­rot­ten, ter­wijl de basis vol­doen­de sterk blijft en de dode tak niet gemak­ke­lijk zal vallen.

Hier zijn enke­le voorbeelden.

 

Eik (Quercus robur en Quercus petraea)

Deze bomen en tak­ken heb­ben de nei­ging om traag af te ster­ven en rot­ten gelei­de­lijk weg. Waardoor het risi­co op gro­te val­len­de tak­ken eer­der klei­ner is. De dode tak­ken zul­len aan hun uit­ein­de eerst het sterk­ste dege­ne­re­ren en spons­ach­tig wor­den. Waardoor slechts klei­ne stuk­jes en licht mate­ri­aal valt.

 

Tamme kastanje (Castanea sativa)

Tamme kas­tan­je­bo­men heb­ben ver­ge­lijk­ba­re eigen­schap­pen als de inheem­se eiken en ster­ven gelei­de­lijk af. Wat vei­li­ger is betref­fen­de dood hout in ste­de­lij­ke gebieden.

 

Boomsoorten met meer gevaarlijk dood hout

Bepaalde boom­soor­ten vor­men een gro­ter risi­co bij het afster­ven van tak­ken. Omdat deze vaak in gro­te stuk­ken of vol­le­dig in zijn geheel val­len. Hieronder wor­den enke­le van deze boom­soor­ten bespro­ken, inclu­sief de oor­za­ken en ken­mer­ken van het, in dit geval, gevaar­lij­ke dood hout.

 

Picea abies (fijnspar):

Fijnsparren staan erom bekend dat hun dode tak­ken en stam­men vaak in gro­te stuk­ken afbre­ken en val­len. Deze boom­soort is name­lijk gevoe­lig voor schim­mel­in­fec­ties, zoals de den­nen­moor­der en insec­ten­pla­gen, zoals de let­ter­zet­ter. Wat leidt tot ver­zwak­king en afster­ven van vaak de gan­se boom.

 

Fagus silvatica (gewone beuk)

Gewone beu­ken vor­men in hun kroon bin­nen­in, omwil­le van licht­ge­brek, vaak gro­te zwa­re tak­ken dood hout. Deze tak­ken rot­ten eerst af aan de basis of takaan­hech­ting, voor­al­eer de tak zelf is gede­ge­ne­reerd. Waardoor de gan­se zwa­re tak met dood hout naar bene­den valt.

 

Fraxinus excelsior (es):

Essen kun­nen gro­te dode tak­ken laten val­len. Vooral door essen­tak­sterf­te. De essen­tak­sterf­te, ver­oor­zaakt door de schim­mel Hymenoscyphus fraxi­neus, leidt tot het afster­ven van gro­te tak­ken en delen van de kruin. Groot dood hout valt voor­al­eer het is weg­ge­rot, vaak in tegen­stel­ling tot bij inheem­se eik en tam­me kastanje.

 

Verwijdering van dood hout

Het ver­wij­de­ren van dood hout kan op ver­schil­len­de manie­ren wor­den uit­ge­voerd. En het is vaak aan te raden het niet te ver­wij­de­ren door het af te zagen, maar het af te bre­ken. Tenzij het echt te groot is en een risi­co vormt. En over­weeg uiter­aard om het niet te ver­wij­de­ren, als er gene vei­lig­heids­ri­si­co is. Want het is eco­lo­gisch en naar bio­di­ver­si­teit er belang­rijk om het te behou­den in de boom.

 

Afbreken met de hand

Dit is geschikt voor klei­ne, dode tak­ken die gemak­ke­lijk te ver­wij­de­ren zijn zon­der gereed­schap. Het voor­deel is, dat je de bestaan­de, al gevorm­de afgren­de­lings­zo­ne, zove­le moge­lijk res­pec­teert en niet bescha­digd. Door het afza­gen, bestaat het risi­co dat je een afgren­de­lings­zo­ne door­breekt en de boom of tak de afgren­de­ling terug moet star­ten. Waardoor de ene infec­tie moge­lijk dich­ter bij de stam terecht komt. En het kost de boom extra veel ener­gie.

 

Afzagen

Voor gro­te­re tak­ken is het gebruik van een zaag of ket­ting­zaag nood­za­ke­lijk. Het is belang­rijk om nog een deel van het dode hout te behou­den, zodat je ver genoeg ver­wij­derd zit van de afgren­de­lings­zo­ne. Maar dat de situ­a­tie toch vei­lig is.

 

CODIT en dood hout

CODIT (Compartmentalization Of Decay In Trees) is een belang­rijk con­cept bij het omgaan met dood hout.

Het beschrijft hoe bomen rea­ge­ren op ver­won­din­gen en infec­ties door deze te com­par­ti­men­te­ren, wat bete­kent dat de boom pro­beert de ver­sprei­ding van rot en infec­ties te beper­ken door bar­ri­è­res te vor­men bin­nen het hout. En op die manier dood hout af te schei­den van levend hout, om zijn struc­tuur maxi­maal te bescher­men.  In de CODIT-theorie zijn er vier niveaus van afgren­de­ling in een boom.

 

Technische elementen en beheer van veteraanbomen

Bij het beheer van vete­raan­bo­men is het cru­ci­aal om te begrij­pen dat afta­ke­ling niet nood­za­ke­lijk een teken van de laat­ste levens­fa­se is. Bomen kun­nen door natuur­lij­ke kroon­re­duc­tie nieu­we water­lo­ten vor­men en zo hun levens­duur verlengen.

Daarnaast is het belang­rijk om de juis­te snoei­tech­nie­ken te gebrui­ken. Fractuursnoei en coro­net cut­ting zijn tech­nie­ken die hel­pen bij het cre­ë­ren van eco­lo­gisch waar­de­vol dood hout zon­der de sta­bi­li­teit van de boom te veel te compromitteren.

 

Samengevat

Dood hout in bomen is een natuur­lijk en eco­lo­gisch waar­de­vol feno­meen. Maar het ver­eist ook aan­dacht met betrek­king tot vei­lig­heid in inten­sief gebruik­te zone zoals bij­voor­beeld ste­de­lij­ke gebieden.

Het is belang­rijk om dood hout op de juis­te manier te behe­ren en te ver­wij­de­ren, waar­bij reke­ning wordt gehou­den met de spe­ci­fie­ke eigen­schap­pen van ver­schil­len­de boom­soor­ten en de prin­ci­pes van CODIT.

Bovendien moe­ten boom­soor­ten met gevaar­lijk dood hout extra aan­dacht krij­gen om de vei­lig­heid te waar­bor­gen. En moet er bij soor­ten die niet gemak­ke­lijk gevaar­lijk dood hout vor­men, dit maxi­maal behou­den blij­ven, als het vei­lig is.

Start typing and press Enter to search

Shopping Cart