Geschatte lees­tijd: 11 minu­ten
Leeftijd van een boom bepalen door middel van boring met aanwasboor

Leeftijd van een boom bepalen

Methoden, nut en juridische context van de ouderdom van een boom

De leef­tijd of ouder­dom van een boom bepa­len is een nut­tig aspect bin­nen zowel de bos­bouw, boom­ver­zor­ging, eco­lo­gie als de juri­di­sche sec­tor en geschillen.

Het geeft inzicht in de geschie­de­nis van het land­schap, de gezond­heid van het eco­sys­teem en kan van erg groot belang zijn bij juri­di­sche geschil­len. Want denk hier­bij alleen al maar aan de 30-jarige ver­ja­ring en welk effect de leef­tijd van de boom dus op gans het dos­sier kan hebben.

In dit arti­kel bespre­ken we waar­om het bepa­len van de boom­leef­tijd nut­tig is, zowel alge­meen als bin­nen de Belgische wet­ge­ving. En wel­ke metho­den er bestaan om dit te doen.

We gaan ook in op de effec­ten van deze metho­den op de boom zelf. We geven voor­beel­den van beno­dig­de instru­men­ten. En beschrij­ven hoe en waar op de boom juist (loca­tie) je het bes­te metin­gen kunt uitvoeren.

 

 

Waarom de ouderdom of leeftijd van een boom bepalen?

Ecologische en wetenschappelijke redenen

Ecologische monitoring

Oudere bomen spe­len een cru­ci­a­le rol in het eco­sys­teem. Ze bie­den habi­tat voor diver­se soor­ten en dra­gen bij aan de biodiversiteit.

Klimaatonderzoek

De jaar­rin­gen van bomen geven je infor­ma­tie over his­to­ri­sche kli­maat­pa­tro­nen. Denk maar aan de dik­te van iede­re jaar­ring, die ver­an­der­lijk is. Door bij­voor­beeld droog­te of nat­te peri­o­den en door war­me en kou­de perioden.

Bosbeheer

Kennis van de leef­tijd van de bomen in het bos­be­stand helpt bij het plan­nen van hout­kap en her­be­bos­sing. Ook kan de eco­no­mis­h­ce waar­de van het hout vari­ë­ren met de leef­tijd van de boom.

 

Juridische context van de ouderdom van bomen

Bescherming van monumentale bomen

Volgens het Vlaams decreet van 16 april 1996 kun­nen bomen van een bepaal­de leef­tijd en omvang beschermd wor­den als monu­ment. Het bepa­len van de leef­tijd kan essen­ti­eel zijn voor de beslis­sen­de sta­tus van ene indi­vi­du­eel exemplaar.

Vergunningen voor kapwerkzaamheden

In som­mi­ge gemeen­ten is een kap­ver­gun­ning ver­eist voor bomen ouder dan een bepaal­de leef­tijd. Het nauw­keu­rig bepa­len van de leef­tijd kan dus juri­disch nood­za­ke­lijk zijn.

Ook het tegen­over­ge­stel­de is waar. Als bomen een bepaal­de leef­tijd over­schrij­den, kan het zijn dat je ze niet meer mag kappen.

Eigendoms- en grensgeschillen

De leef­tijd van een boom kan bewijs­ma­te­ri­aal leve­ren bij geschil­len over eigen­doms­gren­zen of aan­spra­ke­lijk­heid bij scha­de­ge­val­len. De leef­tijd van een boom kan ook belang­rijk zijn, waar­om je de boom al dan niet mag kap­pen. Denk hier­bij voor­al aan de 30-jarige verjaring.

Wetsartikels 30-jarige verjaring

In de Belgische wet­ge­ving spe­len ver­ja­rings­ter­mij­nen een cru­ci­a­le rol bij het bepa­len van rech­ten en plich­ten met betrek­king tot eigen­dom­men, waar­on­der bomen. De 30-jarige ver­ja­ring kan spe­ci­fiek van toe­pas­sing zijn in situ­a­ties waar­bij bomen te dicht bij de eigen­doms­grens staan of waar er spra­ke is van over­han­gen­de tak­ken en wortels.

Artikel 2262 (oud Burgerlijk Wetboek)
  • Algemene Verjaringstermijn van 30 Jaar: 
    • Alle per­soon­lij­ke en zake­lij­ke rechts­vor­de­rin­gen ver­ja­ren door ver­loop van 30 jaar, zon­der dat dege­ne die zich op de ver­ja­ring beroept eni­ge titel of goe­de trouw moet bewijzen.
    • Toepassing op bomen: indien een boom al meer dan 30 jaar op een bepaal­de plaats staat, kan de buur­man niet meer eisen dat deze wordt ver­wij­derd, zelfs als de boom te dicht bij de grens staat vol­gens de wet­te­lij­ke bepalingen.
Artikel 2228 (oud Burgerlijk Wetboek)
  • Verkrijgende ver­ja­ring door onon­der­bro­ken bezit: 
    • Men kan door een onon­der­bro­ken en open­baar bezit van 30 jaar een zake­lijk recht verkrijgen.
    • Toepassing op bomen: als een eige­naar gedu­ren­de 30 jaar onon­der­bro­ken een boom te dicht bij de grens heeft staan zon­der dat de buur­man bezwaar maakt, ver­krijgt hij het recht om die boom te behouden.
Artikel 3.26 (nieuw Burgerlijk Wetboek – Goederen)
  • Verkrijgende ver­r­ja­ring van onroe­ren­de zake­lij­ke rechten: 
    • Een onroe­rend zake­lijk recht kan wor­den ver­kre­gen door bezit gedu­ren­de 30 jaar.
    • Geen titel of goe­de trouw ver­eist: De ver­krij­gen­de ver­ja­ring ver­eist geen titel of goe­de trouw.
Artikel 3.28
  • Ononderbroken en open­baar bezit: 
    • Het bezit moet onon­der­bro­ken, onge­stoord, open­baar en ter goe­der trouw zijn.
    • Toepassing op bomen: als de eige­naar van een per­ceel gedu­ren­de 30 jaar zicht­baar en onge­stoord een boom te dicht bij de grens heeft staan, kan hij het recht ver­krij­gen om deze te behouden.
Toepassing op bomen
  • Behoud van bestaan­de situaties: 
    • Bomen die al meer dan 30 jaar op een bepaal­de afstand van de grens staan, kun­nen niet meer wor­den ver­wij­derd op basis van de afstandsregels.
  • Overhangende tak­ken en door­schi­ten­de wortels: 
    • Na 30 jaar kan de buur­man het recht ver­lie­zen om ver­wij­de­ring van over­han­gen­de tak­ken of door­schie­ten­de wor­tels te eisen.
Praktische Gevolgen van de 30-jarige Verjaring

Erfdienstbaarheden door verjaring:

  • Ontstaan van rechten: 
    • Er kun­nen erf­dienst­baar­he­den ont­staan door ver­ja­ring, zoals het recht om een boom dicht bij de grens te behouden.
  • Beperkingen voor de buurman: 
    • De buur­man kan na 30 jaar geen juri­di­sche stap­pen meer onder­ne­men om de situ­a­tie te veranderen.
Rechtszekerheid
  • Bestendiging van fei­te­lij­ke situaties: 
    • De wet­ge­ving bevor­dert rechts­ze­ker­heid door bestaan­de situ­a­ties na ver­loop van tijd te erken­nen en te bestendigen.
Belangrijke Overwegingen
  • Ononderbroken bezit: het bezit moet con­ti­nu zijn geweest zon­der onder­bre­kin­gen of betwistingen.
  • Openbaar en zicht­baar: het bezit moet zicht­baar zijn geweest, zodat de buur­man op de hoog­te kon zijn.
  • Geen ver­eis­te van goe­de trouw: voor de 30-jarige ver­ja­ring is geen goe­de trouw ver­eist; zelfs onrecht­ma­tig bezit kan lei­den tot ver­krij­ging van rechten.
  • Lokale regle­men­ten: gemeen­te­lij­ke ver­or­de­nin­gen kun­nen aan­vul­len­de regels bevat­ten die van invloed zijn op deze situaties.

Gezien de com­plexi­teit van ver­ja­rings­re­gels en de moge­lij­ke impact op eigen­doms­rech­ten, is het raad­zaam om bij ieder spe­ci­fiek geval juri­disch advies in te win­nen. Een juri­disch expert of advo­caat kan de situ­a­tie beoor­de­len op basis van de meest recen­te wet­ge­ving en jurisprudentie.

De 30-jarige ver­ja­ring in de Belgische wet­ge­ving kan ertoe lei­den dat bestaan­de situ­a­ties met betrek­king tot bomen wor­den besten­digd, zelfs als deze in strijd zijn met de wet­te­lij­ke afstandsregels.

Dit mecha­nis­me draagt bij aan de rechts­ze­ker­heid door na ver­loop van tijd fei­te­lij­ke situ­a­ties te erken­nen en te bescher­men tegen juri­di­sche betwistingen.

Het is essen­ti­eel voor eige­na­ren en buren om op de hoog­te te zijn van deze wet­te­lij­ke bepa­lin­gen. Om con­flic­ten te voor­ko­men en om hun rech­ten en plich­ten cor­rect te kun­nen inschatten.

 

 

Hoe de leeftijd van een boom bepalen?

Niet-invasieve methoden

Visuele inspectie en schatting

Op basis van de omtrek, hoog­te en soort kan je een schat­ting maken van de leef­tijd van een boom. Echter moet je wel weten dat de dik­te­groei en leng­te­groei van vele fac­to­ren afhan­ke­lijk zijn. Denk daar­bij alleen al maar aan weers­om­stan­dig­he­den (droog­te­pe­ri­o­den of extreem nat­te peri­o­den, en tem­pe­ra­tuurs­ge­mid­del­den), grond­wa­ter­be­schik­baar­heid en bodem­soort. Maar ook gene­ti­sche afkomst van de soort speelt ook een rol.

Daarom is het beter om meer nauw­keu­ri­ge metho­den toe te pas­sen, zoals bij­voor­beeld het gebruik van een aanwasboor.

 

Luchtfotoanalyse

Historische lucht­fo­to’s, en dan voor­al het ver­ge­lijk tus­sen de ver­schil­len­de opna­men over de jaren heen, kun je gebrui­ken om de groei en leef­tijd van de bomen te benaderen.

 

Invasieve en semi-invasieve methoden

We spre­ken over inva­sie­ve metho­de omdat er bij deze twee onder­staan­de metho­den een gaat­je in de stam van de boom geboord wordt. Bij de aan­was­boor is dit iets meer dan één cm. En bij de resis­to­graaf is dit slechts enke­le mil­li­me­ters in diameter.

 

Aanwasboring (incrementele boring)

Bij deze metho­den neem je een hout­mon­ster uit de stam om de jaar­rin­gen te tel­len. Dit is een vrij exac­te metho­de om de leef­tijd van een boom te bepalen.

Bemerk ech­ter dat de hoog­te waar­op de meting gebeurd in de stam belang­rijk is. Hoe lager de meting gebeurt, hoe meer jaar­rin­gen je zal aan­tref­fen en hoe nauw­keu­ri­ger de meting.

Echter te laag bij het maai­veld een aan­was­bo­ring uit­voe­ren geeft dan ook weer een ver­te­kend beeld. Omdat de hout­va­ten er anders kun­nen geo­ri­ën­teerd zijn dan in de zui­ve­re stam zelf. Denk daar­bij maar aan de over­gang van de onder­stam naar de stam­voet en wortelaanzetten.

 

Resistograaf of boorresistograaf

Met een dun­ne elek­trisch gedre­ven boor van enke­le mil­limùe­ters, boor je in de boom. Tijdens het boren wordt de weer­stand geme­ten en weer­ge­ge­ven op een kaart. Deze wee­stand staat in ver­hou­ding tot de inter­ne struc­tuur van de stam die je wenst te ana­ly­se­ren. Per jaar­ring zal je de weer­stand van de boring zien wij­zi­gen, waar­door je ook hier de jaar­rin­gen kan tellen.

Dit is een tevens een vrij exac­te metho­de om de leef­tijd van een boom te bepa­len. Net zoals bij gebruik van een aanwasboor.

 

Effect op de boom bij de invasieve methoden

Het gebruik van deze inva­sie­ve metho­den heeft zeer wei­nig tot haast geen effect op de gezon­de­heid van de boom. De gaat­jes die ont­staan door de metin­gen voor het bepa­len van de ouder­dom van de boom zul­len erg snel en vol­le­dig dicht­groei­en. Tenzij de boom in zeer slech­te con­di­tie ver­toefd. Maar hier zijn er dan ande­re ele­men­ten die een veel belang­rij­ke­re rol spe­len dan de aan­ge­haal­de meetmethoden.

Het boren cre­ëert in de stam een klei­ne ope­ning of won­de, die vat­baar is voor infec­ties en schim­mels. Echter zal deze won­de erg snel dicht­groei­en van­uit het cam­bi­um, waar­door er geen lucht meer via het gaat­je in de stam kan. En schim­mel­spo­ren geen gun­sti­ge omstan­dig­he­den meer heb­ben om zich ver­der te ont­wik­ke­len of het hout te koloniseren.

En omdat de boor­gaatjes zo klein zijn, kan men ook niet spre­ken over struc­tu­re­le of con­di­ti­o­ne­le ver­zwak­king. Het effect van het ver­lies van hout­va­ten of tra­che­ï­den op de plaats van de boring is haast nihil ten opzicht van de tota­le boom. Uiteraard zeer jon­ge bomen met een klei­ne dia­me­ter onder­zoek je best niet met een aan­was­boor of resis­to­graaf. Het boor­gaatje is pro­cen­tu­eel hoger bij deze zeer jon­ge bomen ten opzich­te van hun tota­le stam­di­a­me­ter, dan bij dik­ke­re en ouder bomen.

 

 

Benodigde instrumenten voor het bepalen van de leeftijd van een boom

  • Aanwasboor:
    • Haglöf Increment Borer: Bekend om zijn duur­zaam­heid en precisie.
    • Suunto Increment Borer: Populair voor weten­schap­pe­lij­ke toepassingen.
  • Boorresistograaf:
    • Resistograph® van Rinntech: voor het meten van houtweerstand.
    • RESI PowerDrill ® van IML: even­eens voor het meten van houtweerstand.

 

 

Meer over de aanwasboor: beschrijving en gebruik

Wat is een aanwasboor?

Een aan­was­boor is een spe­ci­aal ont­wor­pen hand­ma­ti­ge boor die je gebruikt om een smal, cilin­drisch hout­mon­ster (spint­hout en kern) uit de stam van een boom te halen.

Dit mon­ster bevat de jaar­rin­gen van de boom, waar­door onder­zoe­kers de leef­tijd en groei­om­stan­dig­he­den van de boom kun­nen bepa­len. Zonder de boom te hoe­ven kap­pen. Door het tel­len van de jaar­rin­gen, bekomt men de leef­tijd of ouder­dom van de boom.

Hoe gebruik je een aanwasboor om de ouderdom van een boom te bepalen?

Selecteer de juiste locatie waar je gaat boren voor ouderdomsbepaling

Om de ouder­dom of leef­tijd van een boom zo exact moge­lijk te bepa­len, kies je best een plek net boven de stam­voet. De stam­voet is de expo­nen­ti­eel aan­lo­pen­de voet die over­gaat in de rela­tief rech­te stam van de boom. Net boven de stam­voet boren geeft een vrij accu­raat resul­taat  van de leef­tijd van de boom.

Wanneer je te hoog boort, kan het zijn dat er min­der jaar­rin­gen aan­we­zig zijn, dan net boven de stam­voet. En wan­neer je in de stam­voet boort kan het zijn dat je in war­rig weef­sel boort en de jaar­rin­gen niet goed of cor­rect kan zien.

Echter bij gestan­daar­di­seerd werk zoals voor bos­bouw toe­pas­sin­gen bij het bepa­len van de aan­was van een boom­be­stand, boor je op 1,3 meter boven het maai­veld. Dit is op borst­hoog­te. Wens je jaren later te ver­ge­lij­ken hoe de aan­was zich heeft gema­ni­fes­teerd over de jaren heen, is het belang­rijk om steeds op dezelf­de hoog­te te boren.

Vermijd uiter­aard loca­ties op de stam waar knoes­ten, lit­te­kens of defec­ten aan­we­zig zijn.

Voorbereiding

Reinig de boor door vuil en hard van even­tu­eel eer­de­re boring te verwijderen.

En con­tro­leer op bescha­di­gin­gen of roest. Een roes­ti­ge boor krijg je mischien na het maken van het boor­gat niet meer terug uit de boom.

Zorg dat de snij­kan­ten van de boor­punt scherp zijn, zodat je een zui­ve­re sne­de kan maken.

Hoe beter je gereed­schap en hoe pro­per­der, hoe dui­de­lij­ker je nadien je hout­mon­ster kan aflezen.

Boor met de aanwasboor in de boom

Plaats de boor lood­recht (haaks) en met de boor­punt op de stam. Let dus op bij schuin staan­de bomen, dat je ook hier haaks op de stam boort. Draai de boor met gelijk­ma­ti­ge druk dan met de klok mee om deze in de stam te drij­ven. En ga mini­maal door tot het mid­den van de stam is bereikt. Om een vol­le­dig groei­pa­troon van de boom weer te geven in het houtmonster.

Je kan voor­af aan de boring, nagaan tot waar je de boor in de boom moet draai­en om zeker tot in het cen­trum van de stam te boren. Dit kan je doen door de aan­was­boor naast de boom te hou­den en een merk­te­ken op de aan­was­boor aan te bren­gen, zodat je weet tot waar je de boor in de stam moet draaien.

Bij gro­te­re bomen kan het nodig zijn om die­per dan het mid­den van de stam te boren. Bemerk dat de mid­del­ste jaar­ring daar­om niet altijd juist in het cen­trum van de stam­sec­tie ligt. De mid­del­ste jaar­ring van de boom, die je ook mee moet aan­bo­ren om de juis­te ouder­dom van de boom te ken­nen, kan con­cen­trisch gele­gen zijn.

Of je boring kan voor­bij, maar naast de mid­del­ste jaar­ring gaan. Wanneer je dan vol­doend diep hebt geboord, zie je op een bepaald moment dat de krom­ming van de jaar­rin­gen omdraai­en. Dan weet je al ten min­ste aan wel­ke zij­de het cen­trum zich bevindt en hoe oud de boom al zeker mini­maal is.

Verwijder het kernmonster

Schuif de extrac­tor, of ook lepel genaamd, in de hol­le schacht tot voor­bij het uit­ein­de van de boor. Draai de boor een hal­ve slag terug (tegen de klok in) om de kern los te maken. Dit hout­staal laat toe een visu­e­le tel­ling te maken van de jaar­rin­gen. Waardoor je de leef­tijd van de boom kan bepalen.

Boorkernen van stalen genomen met aanwasboor tijdens de leeftijdsbepaling van enkele bomen.Boorkernen van sta­len geno­men met aan­was­boor tij­dens de leef­tijds­be­pa­ling van enke­le bomen. Foto geno­men tij­dens een hagel­bui (zie wit­te bolletjes).

 

Verwijder de aanwasboor onmiddellijk na retractie van het monster

Als je tot de juis­te diep­te hebt geboord om de leef­tijd van de boom te kun­nen bepa­len, ver­wij­der de boor dan voor­zich­tig, doch onmid­del­lijk. Terwijl de extrac­tor zelf op zijn plaats blijft zit­ten. Dit doe je door de aan­was­boor in tegen­wij­zer­zin te draaien.

De aan­was­boor iets te lang in het boor­gat laten zit­ten kan de boor afknel­len, zodat je ze er niet meer uit krijgt. Het hout zet zich name­lijk na het boren, waar­door de dia­me­ter van het geboor­de gat klei­ner wordt.

Haal nu de extrac­tor uit de boor; de kern ligt op de extrac­tor en kan je ver­za­me­len. Je kan nu ook de jaar­rin­gen tel­len om de leef­tijd van de boom te bepalen.

Bemerk dat de breed­te van de jaar­rin­gen je ineens ook infor­ma­tie geeft over de groei­om­stan­dig­he­den van de boom. Of als er ver­kleurd of aan­ge­tast hout­weef­sel in het boor­staal voor­komt, je mis­schien ver­der nader onder­zoek naar aan­tas­tin­gen, moet uit­voe­ren. Wat moge­lijk is door mid­del van een geluids­to­mo­gra­fie.

Afwerking

De boor­ga­t­ope­ning moet je niet afdichten.

Door het maken van het gat is er reeds lucht bin­nen­ge­tre­den in de won­de. En is de afgren­de­ling reeds begon­nen. De boom zal bui­ten de che­mi­sche afgren­de­ling die zo goed als onmid­del­lijk gebeurd, de won­de of de boor­ga­t­ope­ning ook over­groei­en door mid­del van callusvorming.

Als de boor­ga­t­ope­ning is dicht gegroeid is het voor even­tu­e­le schim­mels veel moei­lij­ker om zich nog te verspreiden.

Sommige des­kun­di­gen raden aan om het boor­gat af te dich­ten met een geschik­te sea­ler of was om infec­ties te voor­ko­men. Wij zijn ech­ter niet van deze mening. Het is ver­ge­lijk­baar met het gebruik van wond­af­dek­mid­del, waar­van we in de boom­ver­zor­ging weten dat dit meer kwaad dan goed doet.

Reiniging van de aanwasboor

Verwijder hout­res­ten en hars.
Smeer de boor licht in met olie om roest te voorkomen.

 

Soorten aanwasboren

Er zijn ver­schil­len­de soor­ten aan­was­bo­ren, afhan­ke­lijk van het gebruik, de voor­keur en de te onder­zoe­ken hout­soort (lich­te of zach­te hout­soort, tegen­over har­de houtsoorten):

Eéngreepsaanwasboor

  • Kenmerk: heeft één hand­vat aan het uiteinde.
  • Gebruik: geschikt voor ouder­doms­be­pa­ling van klei­ne­re bomen en lich­te­re werkzaamheden.

Tweegreepsaanwasboor

  • Kenmerk: beschikt over een T‑vormig hand­vat voor extra hefboomwerking.
  • Gebruik: ide­aal voor gro­te­re bomen en har­der hout.

Variaties in schachtdiameter

  • Smalle Boor (bijv. 4,3 mm): laat een klei­ner boor­gat ach­ter, min­der inva­sief (je bescha­digt iets min­der hout­va­ten of tracheïeden).
  • Brede Boor (bijv. 5,15 mm of meer): mak­ke­lij­ker om gro­te­re kern­mon­sters te ver­krij­gen, maar laat een iets gro­ter boor­gat achter.

Lengtevariaties

  • Korte boor: voor dun­ne stam­men of takken.
  • Lange Boor: voor dik­ke stam­men; kan tot het hart van de boom reiken.

 

Bekende merken en modellen

  • Haglöf Sweden:
  • Suunto:
    • Populair in weten­schap­pe­lij­ke kringen.
    • Staat bekend om scher­pe snij­kan­ten en betrouwbaarheid.
  • Pressler:
    • Aanbod van gespe­ci­a­li­seer­de aan­was­bo­ren voor spe­ci­fie­ke toepassingen.

 

 

Beste locatie voor het nemen van houtstalen of metingen

  • Borsthoogte (1,3 m boven de grond): dit is de stan­daard­hoog­te voor diameter- en leeftijdsmetingen.
  • Vermijd stam­voet en tak­ken: deze gebie­den ver­to­nen afwij­kin­gen door wor­tel­groei of tak­vor­ming, waar­door je geen repre­sen­ta­tie­ve leef­tijd van de boom kan bepalen.
  • Consistentie: voor ver­ge­lij­kin­gen tus­sen bomen of her­haal­de metin­gen is het belang­rijk om steeds op dezelf­de hoog­te te meten.

 

 

Desktop onderzoeksmethoden om leeftijd boom te bepalen

Naast fysie­ke onder­zoe­ken in het veld is het even nut­tig om na te gaan of we aan ge hand van foto­gra­fisch mate­ri­aal zoals lucht­beel­den of ande­re docu­men­ten meer kun­nen te weten komen over de leef­tijd van een boom.

 

Luchtfoto’s en satellietbeelden

  • Historische Analyse: door oude luchtfoto’s te bekij­ken, kun je bepa­len wan­neer een boom is geplant of begon­nen met groeien.
  • Groei- en ver­an­de­rings­pa­tro­nen: iden­ti­fi­ceer ver­an­de­rin­gen in het bla­der­dak om groei te analyseren.

Documentatie en archieven

  • Gemeentelijke regis­ters: som­mi­ge gemeen­ten hou­den een data­set bij van hun boomaanplantingen.
  • Historische kaar­ten: oude kaar­ten kun­nen infor­ma­tie geven over bebos­sing en indi­vi­du­e­le bomen.

 

Conclusie

Het nauw­keu­rig bepa­len van de ouder­dom of leef­tijd van een boom is van groot belang voor eco­lo­gi­sche, weten­schap­pe­lij­ke en juri­di­sche doel­ein­den (want er bestaat zoiets als de 30-jarige verjaring).

Hoewel er ver­schil­len­de metho­den beschik­baar zijn, is het essen­ti­eel om een balans te vin­den tus­sen nauw­keu­rig­heid en de gezond­heid van de boom.

Invasieve tech­nie­ken zoals de aan­was­boor en resis­to­graaf bie­den meer pre­ci­sie. Maar omdat ze inva­sief zijn, moet je ze met zorg uit­voe­ren om scha­de te minimaliseren.

Daarom zijn alter­na­tie­ve metho­den zoals desktop­on­der­zoek en de des­kun­dig­heid in visu­e­le boom­in­spec­ties goe­de aan­vul­len­de of ver­van­gen­de metho­den die infor­ma­tie bie­den, zon­der fysie­ke ingrepen.

Door de juis­te tech­nie­ken en instru­men­ten te gebrui­ken, kun­nen we waar­de­vol­le inzich­ten ver­krij­gen ter­wijl we onze bomen beschermen.

Start typing and press Enter to search

Shopping Cart