Arrest over het belang van een zorgvuldige soortentoets
Een zorgvuldige soortentoets – Arrest RVVB.A.2223.0072 van 29 september 2022
Het arrest RVVB.A.2223.0072 van 29 september 2022 biedt een waardevolle leidraad voor hoe een zorgvuldige soortentoets uitgevoerd dient te worden. En onderstreept het belang van een grondige afweging van belangen binnen dit kader.
Ook het zorgvuldigheidsbeginsel speelt een cruciale rol in het waarborgen van een evenwichtige en juridisch verantwoorde besluitvorming. Zeker wanneer het gaat om de bescherming van soorten en habitats.
Dit arrest maakt duidelijk dat het zorgvuldigheidsbeginsel niet alleen een theoretisch concept is. Maar een praktisch toepasbaar principe dat overheden en instanties verplicht tot een gedetailleerde en evenwichtige toetsing van mogelijke effecten op beschermde soorten.
Het arrest RVVB.A.2223.0072 benadrukt dat het nalaten van een correcte en zorgvuldige soortentoets kan leiden tot juridische consequenties. En bestuurlijke tekortkomingen.
Inhoudsopgave
ToggleOp deze pagina verkennen we de context en de kernpunten van het arrest RVVB.A.2223.0072.
Het biedt inzichten in hoe het zorgvuldigheidsbeginsel de basis vormt voor het uitvoeren van een soortentoets. En welke stappen vereist zijn om deze toets op een juridisch sluitende manier te doorlopen.
Dit arrest is niet alleen relevant voor juridische professionals en beleidsmakers. Maar ook voor iedereen die betrokken is bij ruimtelijke ordening, natuurbeheer en milieubescherming.
Het zorgvuldigheidsbeginsel blijft een hoeksteen van een rechtvaardige besluitvorming. En arrest RVVB.A.2223.0072 laat zien hoe dit beginsel in de praktijk kan bijdragen aan het behoud van onze natuur en biodiversiteit.
Samenvatting
Het arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen van 29 september 2022 gaat over een geschil met betrekking tot een omgevingsvergunning verleend voor hakhoutbeheer langs de oevers van het kanaal Gent-Oostende (Evergem-Beernem).
Hier volgt een samenvatting van de belangrijkste punten.
Kern van de zaak
De vzw Bescherm Bomen & Natuur stelde beroep in tegen de beslissing van het Vlaamse Gewest. Waarbij een omgevingsvergunning werd verleend aan De Vlaamse Waterweg NV. De vergunning betrof een wijziging van de vegetatie langs het kanaal om een hakhoutbeheer met een zesjaarlijkse cyclus mogelijk te maken.
De verzoekende partij betoogde dat:
- De afwijking van de gebruikelijke onderhoudsfrequentie van acht jaar in strijd is met de “Code goede natuurpraktijk”.
- De vergunning onvoldoende rekening hield met beschermde soorten zoals vleermuizen en vogels.
- Een zorgvuldige natuurtoets ontbrak, en de voorwaarden opgelegd door de beslissing zouden niet volstaan om ecologische schade te vermijden.
Beoordeling door de Raad
Ontvankelijkheid
De Raad achtte het beroep van de VZW ontvankelijk omdat de bescherming van natuurwaarden tot haar statutaire doelstellingen behoort. En omdat de aangevochten beslissing impact heeft op ecologisch waardevolle gebieden.
Schending van het Soortenbesluit
Volgens de Raad voldeed de beslissing niet aan de verplichtingen van het Soortenbesluit. Dit besluit verbiedt het vernielen of verstoren van rust- en voortplantingsplaatsen van beschermde soorten zonder de vereiste afwijkingen.
De beslissing voorzag voorwaarden voor het beheer. Zoals exclusies om vleermuizen te verplaatsen. Maar deze werden als ontoereikend beschouwd zonder voorafgaand onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen en andere soorten.
Onzorgvuldigheid in de natuurtoets
De Raad stelde vast dat de vergunning geen gedegen studie bevatte over de aanwezige fauna, zoals broedvogels en vleermuizen.
De opgelegde maatregelen, zoals het vermijden van kappingen tijdens het broedseizoen, boden geen volledige bescherming tegen de vernietiging van nesten en rustplaatsen.
Impact op biodiversiteit
Hoewel het hakhoutbeheer op termijn positieve effecten kan hebben voor flora en fauna, zoals lichttoetreding en herstel van struwelen, is de directe impact op beschermde soorten onvoldoende beoordeeld.
Conclusie
De Raad oordeelde dat de beslissing onzorgvuldig was voorbereid en niet voldeed aan de eisen van het Soortenbesluit.
Het vernietigde de omgevingsvergunning, waarbij het Vlaamse Gewest werd opgedragen om beter rekening te houden met ecologische waarden en beschermde soorten bij toekomstige vergunningsbesluiten.